Donderdag 3 september 2015

We vertrekken om 9 uur terwijl de ochtend mist nog om de Citadel hangt. We varen de Maas af en voor de Sluis ‘Grand-Malades’ maken wij aan de kade vast voor de Barkas ‘Mon Rève’ uit Ridderkerk om de schutting af te wachten. De schipper van de Barkas komt even aanlopen en we maken een praatje. Hij ligt hier aangemeerd om naar de kapper te gaan en hoeft niet te schutten. Hij heeft vroeger op het schippersinternaat in Namen gezeten en daar verplicht Frans moeten spreken. Hij kan het nog steeds vloeiend en heeft er in de tijd dat hij op de binnenvaart zat veel gemak van gehad. Nu vaart hij sinds twee jaar samen met zijn vrouw voor zijn plezier rond in Frankrijk. Net als wij was hij ook weer op weg naar Nederland.
Een groot vrachtschip komt de sluis uitvaren en wij kunnen er met drie plezierjachten invaren om te schutten. Het is een grote, brede sluis die ons heel rustig 3,9 meter laat zakken. De Maas kronkelt verder langs rotswanden en bossen. We hebben mooie uitzichten onderweg. Het vaarwater is breed en de beroepsvaart is er wel. Er zijn ook verschillende bedrijven met loswallen langs het water maar het is niet druk. De volgende sluis is 15 kilometer stroomafwaarts en heet ‘Ardenne Seilles’. De deur zakt onder water en we kunnen samen met het Engelse Jacht ‘Merlin’ invaren. We zakken 5,25 meter en het gaat allemaal heel rustig. De op de kaart aangegeven aanmeerplekken zijn aan kleine stukjes lage betonnen beschoeiing waar de bolders ook nog eens flink ver uit elkaar staan. Voor de grote beroepsschepen zijn er kilometers kade waar mag worden gemeerd. We zien veel vervallen bedrijfsterreinen en oude vervallen loswallen. Ze worden afgewisseld met bedrijven die nog volop in bedrijf zijn. Een paar oude jachtwerven: allerlei oud roest op de kant. We komen een konvooi van Nederlandse jachten tegen. Allemaal degelijke mooi onderhouden scheepjes met het rood, wit, blauw op de kont. Achterin het konvooi zagen wij de tijgerhaai varen. Het redactieschip van de ‘Waterkampioen’. We hebben heel wat artikelen over dit bootje gelezen en verslagen van tochten die het heeft gemaakt. Op een ‘Hiswa’ zijn we ook wel eens aan boord geweest van dit goed onderhouden oude scheepje.

Na 30 kilometer te hebben gevaren naderen we onze eindbestemming voor vandaag. In de ‘Yacht Club de Huy’ meren wij pal onder het bord ‘visiteurs’ achter in de kom van de haven af bij de ‘Iskra’ en de ‘Boa Vida’. Onze Engelse vrienden van de ‘Iskra’ zijn niet aan boord. Van de mensen op de ‘Boa Vida’ horen wij dat het havenkantoor pas om 17.00 uur open gaat. Ze hebben de toegangscode voor de wifi en kunnen ons vertellen hoe ver het naar Huy lopen is. We hebben nog een groot deel van de middag voor ons en gaan eerst maar eens in deze stad kijken. Het is maar 1,5 kilometer en voor wij vertrekken zien wij John en Hillary van de ‘Iskra’ terugkeren op de boot. Ze hebben een paar dagen gasten aan boord.

We lopen langs het water onder een autobrug door. Achter de brug staat een gebouw waar een kabellift vertrekt naar de burcht aan de overkant van het water. Imposant staat dit gebouw op de berg achter de plaats en torent hoog boven de omgeving uit. De kerk aan de voet van de berg ziet er maar nietig uit maar dat is gezichtsbedrog merken wij als wij naar binnen gaan. Omdat we Tess bij ons hebben doen we dit om de beurt. Het orgel in deze kerk staat naast het koor opgesteld en heeft zowel aan de voor als aan de achterzijde frontpijpen. Een expositie over de byzantijnse kerken van de Peloponese moest de mensen naar de kerk trekken. Het belang ervan ontging me in zijn geheel. Buiten gekomen werden wij verrast door een koude regenbui die ons nog even tegen de kerkmuur aan dreef om nog enigszins droog te blijven. Toen het weer wat droger was hebben wij onze verkenningstocht voortgezet. Het viel ons een beetje tegen. Het was weer flink klimmen en dalen in de stad en veel winkels en cafés waren gesloten. Overal moest je oppassen voor het drukke autoverkeer. Net toen wij besloten hadden weer terug te gaan naar de boot ging de school uit en bevonden wij ons midden tussen een paar honderd pubers en adolescenten. We hebben ons erdoor heen gewerkt en bij de ‘Match’, een gigantische supermarkt, hebben wij nog wat boodschappen gehaald.
De havenmeester was inmiddels op het havenkantoor. Wij rekende € 16,- af voor een overnachting inclusief stroom (10 Amp) en water en het gebruik van wifi. Wij vonden het een nette, goed verzorgde haven. Nagenoeg geen last gehad van de langsvarende beroepsschepen