Maandag 7 september 2015
We moeten de boot een beetje uit de modder trekken. We draaien maar moeizaam vanaf ons plekje om de smalle haveningang uit te varen. We hebben nog een kleine acht kilometer Albert Kanaal te varen en daarna gaan wij stuurboord uit het Kanaal Briegden-Neerharen op. Daar treffen wij al heel snel de eerste sluis ‘Lanaken’ aan. We mogen gelijk invaren en schutten met een sneltreinvaart 8,5 meter omlaag. Het water was gelukkig heel erg rustig. We hebben de boot op de middenbolder aan de kant gehouden en hadden voldoende tijd om met twee touwen op de bolder de volgende bolder in de sluismuur te pakken. De touwen aan boord waren niet lang genoeg om het touw te laten staan boven op de sluismuur. De sluis zag er oud maar goed verzorgd uit. Na de sluis werd het kanaal een stukje smaller. Mooie groene oevers en helder water. De volgende sluis, Neerharen, zit op kilometer vier en brengt ons 8,8 meter lager. Opnieuw gaat het heel rustig maar snel en kunnen we de boot bijna gewoon laten drijven in de kolk zonder vast te maken.

Na de sluis komen we uit op de Zuid-Willemsvaart. Als we hier rechtsaf zouden gaan dan komen we in ’t Bassin van Maastricht uit. We gaan echter linksaf richting Den Bosch. Bij het plaatsje Rekem zou er een passantenhaven zijn met 4 tot 8 plaatsen maar het is in een zwaaikom voor de vrachtboten met een stukje vervallen loswal. Het ziet er allemaal erg verlaten uit en er drijft veel flap in het water. We varen er snel voorbij. Even later zien we bij Kansteel D’Aspermont-Lynden in Rekem een steiger waar je 24 uur mag aanmeren. Deze steiger ziet er goed uit. We varen door de plaatsjes Boorsem, Maasmechelen, Vucht, Eisden, Lanklaar, Dilsen-Stokkem en Neeroeteren. Bij deze laatste plaats is er Jachthaven Oeterdal. De haven is aan een eilandje in de vaart. Bij het aanvaren lopen wij echter vast in de modder. We moeten teruguit de vaart weer opzoeken. Er drijven hier weer veel waterplanten. Ik controleer regelmatig de uitlaten of er nog voldoende water uitkomt voor de koeling. Na ons vastvaren is het een stuk minder.

In Tongeloo zien wij een vrije steiger liggen en daar meren wij aan voor een restaurant. Op de parkeerplaats van het restaurant staan nog allemaal dranghekken. Het weekend voor ons bezoek was er een zeepkistenrace georganiseerd. In de Zuid-Willemsvaart is er ook nog wel wat beroepsvaart. De meesten houden rekening met de aangemeerde recreatie en nemen gas terug als zij langskomen. Maar je heb er ook lomperiken bij die nergens naar kijken.
We lopen Tongerloo in op zoek naar een supermarkt of een bakker want het brood is op. De huizen zien er redelijk verzorgd uit hier in België, dat hebben we wel anders meegemaakt maar er is geen supermarkt of bakkerij meer aanwezig in dit dorp. Wat we wel zien zijn twee automaten voor snoep en frisdrank en een broodautomaat. Daar zijn we ook weer goed mee geholpen. Voor € 2,30 trekken we een meergranen brood uit de automaat.


We komen onderweg nog twee oude watermolens tegen. Bij terugkomst is er een tjalk zonder mast achter ons gaan liggen. We eten op de boot want het restaurant is op maandag gesloten. Voor de steiger is er een camperplaats met een stroom en water aansluiting waar één camper bijstaat. ’s Nachts is het aardedonker en doodstil op ons plekje.