
Dinsdag 11 juni 2019
van Zaandam naar Wormerveer
Eerst boodschappen doen bij de Vomar. Daarna de sluis gebeld. We kunnen komen om te schutten. Samen met twee plezierjachten en een charter gebruiken we de Wilhelminasluis. In de kolk gaan de bouwvakkers gewoon door met hun werk.


In konvooi kunnen we door de bruggen die voor ons moeten draaien. Bij de Zaanse Schans zien we de toeristen alweer op de dijk bij de molens lopen. De aanlegsteiger voor de schans waar wij al eens hebben gelegen is helemaal vrij op een paar toeristen na die elkaar aan het fotograferen zijn met de molens op de achtergrond. Uit ervaring weten we dat dat de hele dag doorgaat. Ze schuwen er ook niet voor om op de boot te klimmen voor een foto. Dat trekt ons niet en we varen deze steiger maar voorbij voor een beter plekje. Aan de overkant van de Zaan is ook nog een vrije steiger maar die is een eind uit de vaarweg. De kans dat het daar niet zo diep zal zijn is aanwezig en ik heb er geen zin in om vast te lopen. We varen maar meteen door naar Wormerveer waar een lange kade is waar we kunnen aanmeren.
Wormerveer de geboorteplaats van Cor Bruyn de schrijver van ‘Sil de strandjutter’ en andere streekromans. Dick Laan is hier ook geboren en opgegroeid. Hij heeft de kinderboekenserie van Pinkeltje geschreven. Daarnaast was hij ook amateur filmer. We komen deze namen tegen als we door de straten van Wormerveer dwalen. Op het terras van ijssalon ‘Hemels’ eten we een lekker ijsje. We zien het kerkgebouw van de Protestantse Gemeente langs de Zaan. De oude fabriek van ‘Pette’ cacao is verbouwd tot kantoorpand met behoud van de oude details. Ik herken het gebouw uit de bedrijfsfilm die Dick Laan in 1927 heeft gemaakt. Je kunt hem terugzien op http://www.amateurfilmplatform.nl. Daar staan ook oude opnames van de molens die in de Zaanstreek hebben gestaan.


Als we langs het water teruglopen naar de boot maken we een praatje met een echtpaar op een bootje uit Haarlem. De man heeft net zijn hengeltje opgeruimd. De paling wil niet bijten. Als hij hoort dat wij van de boot voor hem komen die de loopplank heeft uitleggen trekt hij van leer. Als excuus zegt hij; “ik ben recht voor zijn raap, altijd al geweest maar jullie zijn ASOCIAAL. Dat vindt ik. Hebben jullie mij niet gehoord toen ik langs fietste. Ik heb het toen ook al geroepen. ASOOS! Dat doe je toch niet, die loopplank over de kade laten steken. Iedereen die op de kade loopt moet er omheen lopen. En jullie zijn nota bene ook bij het smalste deel van de kade gaan liggen. De mensen die uit de auto stappen zouden struikelen over jullie loopplank”.
We staan er een beetje bedremmeld bij. Deze reactie komt ons rauw op het dak. Als Adri ons gedrag begint te verdedigen krijgen wij opnieuw de wind van voren. “Houten klazen op stalen boten. Ik ben negenenzeventig en heb twee versleten knieën, een beschadigd hart en hoor je mij klagen…”
We lopen terug naar onze boot en moeten de man wel een beetje gelijk geven. De kade is bij onze boot op zijn smalst en de auto’s parkeren vlakbij. Wij vatten de koe gelijk bij de horens en maken de lijnen los en verslepen de boot naar een stuk kade wat breder is. Hier kunnen de mensen veel makkelijker passeren en mogen er geen auto’s langs de weg worden geparkeerd. Als we alles weer op zijn plek hebben komt onze boze buurman aanlopen met en broodje gerookte paling. Hij rookt elke week wel een keer zijn vangst en hij deelt zijn overvloed ‘heel sociaal’ met ons.
’s Avonds is het windstil. De bedrijfspanden langs de Zaan spiegelen mooi in het water. Midden in de nacht word ik wakker van de geur van een rookton. Onze achterbuurman is ‘heel sociaal’ midden in de nacht aan het roken om niemand tot overlast te zijn. Het kan ook zijn dat mijn neus een vertraagde psycho-somatische waarneming had.
