
Maandag 11 juli
We gaan vandaag van Zwartsluis naar Hasselt. Het is maar een klein stukje varen. We doen eerst nog even de inspectie van de boot. Ik heb ook nog wat strijkwerk te doen voor wij om elf uur vertrekken. Het waait erg hard vandaag. Gelukkig is het maar een klein stukje naar Hasselt over het Zwarte Water. Na een half uur varen wij de vaart naar Hasselt op.

Aan het einde van het vaart zien wij de scheepswerf voor beroepsvaart; Bodewes liggen. Wij varen stuurboord haven ‘De Molenwaard’ in. Aan een kopsteiger kunnen we de boot vastmaken met de boeg in de wind. We leggen de kabel voor de walstroom uit. Na de lunch lopen wij naar het havenkantoor om het liggeld te voldoen. We krijgen een tasje met plattegrondjes en wetenswaardigheden over Hasselt. We lopen het haventerrein af en onder de brug over het Zwarte Water door. Daarna zijn we in de binnenstad van Hasselt. De Grote-of St.Stephanuskerk trekt meteen de aandacht. Wij moeten eerst naar de apotheek die vlak bij de kerk staat om insuline te bestellen. We horen er dat hier in de omgeving nog niet veel mensen gebruik maken van een insulinepomp. Ze bestellen de insuline en wij kunnen het morgen ophalen. De kerk is gesloten maar het oude stadhuis is open voor een bezichtiging. Dit is één van de oudste raadhuizen in het land. Een ruimte is ingericht met oude kinderspelen en een winkel met oude gebruiksartikelen. Op de eerste verdieping is de raadzaal en in de hal staan allerlei antieke wapens opgesteld.
We dwalen een beetje in de stad rond langs de grachten en kades en komen uit bij de korenmolen ‘De Zwaluw’ die aan de oever van het Zwarte water staat.

Daar zien we ook de Stenendijk, de laatste gemetselde zeewering in Nederland. Op de terugweg zoeken we de kalkovens op die in Hasselt als laatste nog dienst hebben gedaan. Het is inmiddels half vier en om vier uur sluit het museum van de kalkovens. Ik maak alvast wat foto’s van de buitenkant. Morgen gaan we ze bezoeken als we wat meer tijd hebben. Een wat oudere man komt naar ons toelopen en zegt dat we de hond gerust mee kunnen nemen naar binnen. Hij kijkt niet zo krap met de openingstijd. Zo lang we nodig hebben om het museum te bekijken blijft hij en kan hij ons wat vertellen over de kalkovens. Dat aanbod slaan we niet af. Nu zijn we er en morgen moeten we er voor komen. De vader van de man heeft in de kalkovens van Hasselt gewerkt. Hij staat op de foto’s en op de film die over het schelpen branden is gemaakt. Scheepsladingen schelpen uit zee werden in Hasselt gebracht. Gemengd met brandstof werd het in de kalkoven gestort met een jacobsladder. Midden in de oven stond een ‘hengst’ waar luchtgaten in zaten en ook vanaf de buitenkant kwam er lucht bij. Daardoor waren de schelpen in tien uur tijd gebrand en was een oven gaar. Wat er dan uitgehaald wordt is ongebluste kalk. Een gevaarlijk goedje. Het werd over dingen heen gestrooid die je snel wilde laten verdwijnen. Over de ongebluste kalk werd water gegoten waardoor het helemaal verpulverde en uit elkaar viel Wat er overbleef was een heel fijn schelpenkalk wat in metselspecie werd gebruikt. De laatste tijd alleen voor restauratiewerk. Daarnaast werd het ook in de landbouw gebruikt voor bemesting. Op verschillende plaatsen in Nederland hebben wij kalkovens gezien. In het Zuiderzee museum bij Enkhuizen staan de kalkovens uit Akersloot. In Huizen bij de haven is er een restaurant in gevestigd net als in Meppel aan de Drentse Hoofdvaart. Leuk om eens wat meer over deze oude bedrijfstak op te steken.
