Donderdag 10 september 2015
Vandaag willen we Den Bosch bereiken. Dit betekent een flinke vaardag. Na ruim 6 kilometer komen we op een kruispunt van vaarwegen. Linksaf is de oude Willems-Vaart naar Aarle-Rixtel en Helmond waar wij al eens hebben aangemeerd. Tot aan de brug van Aarle-Rixtel kun je varen en daarna is het afgesloten. Rechtdoor kom je op het Wilhelminakanaal naar Tilburg. Rechtsaf is de Zuid-Willemsvaart naar Den Bosch.

De eerste brug moet draaien voor ons en een jacht wat al ligt te wachten. Vanaf sluis 6 komen er twee vrachtboten aan voor dezelfde brugopening. De sluis ligt leeg te wachten. We schutten samen met het andere plezierjacht bij het plaatsje; ‘Beek en Donk’. Sluis 5 en sluis 4 bij Veghel doen we samen en dan verlaat ons gezelschap ons om in de passantenhaven van Veghel een plekje te zoeken. In Veghel is er een groot industrieterrein met een lange loswal en een haven. Achter de volgende sluis in Schijndel maken wij even vast aan de wachtsteiger om de hond uit te laten. Als ik weer aan boord ben bel ik de havenmeester van Den Bosch. We willen graag in de haven buiten de stadswal liggen maar de draaibrug draait maar één- of tweemaal op een dag. Ze draait om drie uur. Maar ze zegt ons dat wij niet meer door sluis 0 kunnen schutten. Deze draait nog maar driemaal in de week en de bruggen worden niet meer bediend. We moeten omvaren over het Maximakanaal dat begint bij de Dungensebrug. We moeten rekening houden met een verlenging van onze reistijd van twee uur. Het is één uur dus we zullen de brugopening waarschijnlijk niet halen. We spreken af om opnieuw te bellen als we sluis Engelen in de Dieze hebben gehad.


De omlegging van de Zuid-Willemsvaart begint op kilometer 117 en is speciaal voor de grote vrachtboten van 135 meter gemaakt om Veghel te kunnen bereiken. Alles ziet er nieuw en breed uit. Voor sluis Hintham moeten we even wachten alvorens wij schutten. Rond het kanaal is er een groot natuurgebied met wandel en fietspaden aangelegd. De tweede sluis is ‘Empel’ en na 8,5 kilometer komen wij uit bij de Maas. We varen de Maas een stukje af en bij kilometer 221,4 varen wij de gekanaliseerde Dieze op om te schutten in de Henriëttesluis bij Engelen. We gaan voor het eerst vandaag omhoog en komen uit op de Dieze bij Engelen.

We bellen met de havenmeester. Het is inmiddels half vijf geweest en de brug heeft al gedraaid. Zij adviseert ons om de boot in de brede haven achter de Boombrug te leggen. Daar heeft ze nog een plekje waar een boot van 15 meter goed kan liggen. Het is niet anders en we besluiten om dan maar een nachtje tussen de hoge kades in de binnenstad te liggen. De Boombrug is 4,1 meter en met gestreken mast kunnen we hier goed onder door. We keren de boot en met hulp van een buurman schuiven wij de boot aan de steiger. We hebben bijna geen ruimte over en ik hang een fender op de boeg voor het geval dat de boot wat naar voren beweegt. We liggen op dezelfde plaats waar we bij ons vorige bezoek aan Den Bosch hebben gelegen. Een prima plekje maar wel tussen hoge kademuren in en met hoge panden aan beide zijde. We hebben hier maar even zon en het uitzicht is ook niet geweldig.