Vrijdag 22 juni 2012
De weersvoorspelling vertelde ons dat het om 14.00 uur zou gaan regenen. Wij hadden bedacht om ’s ochtends te gaan wandelen en de hofjes in de stad te gaan bekijken en ’s middags naar het museum te gaan. Om 9.30 uur starten wij, met Tess aan de lijn en Adri op de fiets, onze rondwandeling. Op de Lange Herenvest zien wij de enige nog overgebleven poort van de stad; De Amsterdamse Poort, mooi gerestaureerd.
We vervolgen onze weg langs de koepelgevangenis, die nog gewoon in gebruik is, naar de Museum Molen de Adriaan, die alleen ’s middags geopend is. Schuin tegenover de molen over het Spaarne vinden wij aan de Nieuwe Gracht het Hofje van Noblet. Bekostigd uit de nalatenschap van de familie Noblet en bedoeld om onderdak te bieden aan weduwe en alleenstaande vrouwen. Het nabijgelegen ‘Hofje van Staats’ heeft dezelfde oorsprong en opzet. Nog steeds worden de hofjes bewoond door alleenstaande dames. In tegenstelling tot vroeger wordt er nu wel huur betaald. De hofjes zijn een oase van rust in de drukke stad.


We zien het station en lopen onder het spoor door naar de ‘Prinsen Bolwerk’ en langs de Schotersingel komen wij in het Kenaupark. Mevrouw Hasselaar hebben we echter niet gezien. Langs de Leidse Vaart lopen wij tot aan de Kathedrale Basiliek St. Bavo. Helemaal aan de andere zijde van het centrum. Deze kerk is ontworpen door architect Ir. Jos Cuypers. Zoon van de vermaarde Dr. Pierre J.H.Cuypers, architect van het Rijksmuseum en het centraal station van Amsterdam. De bouw is begonnen in 1895 en afgerond in 1930. Een prachtige kerk met verschillende stijl kenmerken. Vrijwel alles in de kerk heeft een symbolische betekenis. Het Adema-orgel is gebouwd tussen 1921 en 1923 voor de St.Willibrordus buiten de Veste in Amsterdam. In 1971 is het behouden voor de Kathedrale Basiliek St. Bavo. Zomers zijn er zaterdagmiddagconcerten met solisten uit verschillende landen. Door de restauratie was helaas niet alles zichtbaar. Een goede reden om nog eens terug te komen in deze mooie kerk en dan met een concert.

Op de terugweg hebben wij het “Proveniershof” bekeken en hebben wij geluncht bij het ‘broodje van Haarlem’. Het winkelhart van Haarlem zijn wij doorgestoken naar het Spaarne waar de boot lag. De regen kwam echter eerder dan verwacht. Om 13.15 uur werden wij nog even doornat. De droge warme boot beviel daarna zo goed dat wij niet meer uit geweest zijn om een museum te bezoeken. Het bleef die middag hard waaien met buien en af en toe zon. De beperkte ligplaatsen liepen ’s middags allemaal vol voor het weekend. Wij vonden dat de stad daar wel wat mogelijkheden laat liggen.
