Dinsdag 23 mei 2017
Kort aan de wind varen we met een kracht 3-4 van Edam naar Hoorn. Adri zet buiten Edam de koers vast op de autopilot en precies voor de haveningang van Hoorn zet hij hem uit. Het water op het Markermeer ziet er schoon uit. Op een paar plekken zagen we wat waterplanten drijven. Bij de Gemeente Haven van Hoorn liggen maar een paar bootjes. We hebben een plek voor het kiezen. We gaan aan de kant van het centrum liggen. De buurman komt een handje helpen met aanleggen.


’s Middags maken we een wandeling naar de Oostereiland. We komen daarbij eerst langs de bekende halve toren van Hoorn bij de haveningang. Het terras bij de toren is al aardig gevuld. Op de Schuijteskade lopen we even binnen bij het Toeristisch Informatie Punt voor een plattegrond van de stad. De voormalige gevangenis op het eiland biedt tegenwoordig onderdak aan Het Museum van de 20ste eeuw. Op de kop van het Oostereiland ligt het Museumschip De Halve Maan.

Deze zeilende replica van een VOC schip kan worden bezocht, op afspraak ontdekken we. We kijken wat rond op de werf van het varende erfgoed wat hier ligt aangemeerd. Veel van deze boten worden bewoond en door de bewoners worden deze schepen veelal in goede staat van onderhoud gehouden om te bewaren voor het nageslacht. Nergens in de wereld zijn er zoveel schepen bewaard als in Nederland, lees ik op een bordje. Aan de Schuijteskade liggen verschillende historische schepen met bordjes erbij om bijzonderheden door te geven. We zien op de werf een oude ijzeren zalmschouw met geklonken spanten en een houten waterlandse jol met pen en gat verbindingen en een bun om de vis vers te houden. Voor de kant ligt een prachtig Kraakschip de ‘Disponibel’ uit 1902. Het is een vrachtschip wat ook vaak als overslagschip of lichter werd ingezet. Het schip had geen motor en deed alles op de zeilen of het werd door een sleepboot verplaatst. De mast kon onderdeks worden gestreken waardoor het schip een geringe doorvaart hoogte had en daardoor goed in allerlei binnensteden kon komen om vracht te lossen. Het had een liggend stuurwerk (haspel).

In de loods zien we iemand bezig met naald en draad. Met de hand naait hij ringen in het zeil van een Botter. “Veel sterker dan de ingeslagen ringen”; zegt hij. We wandelen een stukje terug en zien het beeld van de “Scheepsjongens van Bontekoe” vlak voor de Hoofdtoren. Langs het water lopen we de binnenstad in en zien fraaie panden en grote pakhuizen. De overblijfselen van een rijk verleden. Op ons gemak slenteren we weer terug naar de boot.