Kratten voor de opslag van landbouwproducten in Marknesse

Donderdag 12 mei 2016
De wind is wat toegenomen maar het zonnetje schijnt. Daar zijn we dankbaar voor. We maken los en vertrekken naar Marknesse. We moeten de Enservaart weer helemaal terugvaren naar de Zwolse Vaart, waar we bakboord tussen de akkers door varen. Het is maar een paar kilometer te gaan naar de sluis van Marknesse. Op het bord voor de sluis staat een telefoonnummer wat je moet bellen om een bediening aan te vragen. Je krijgt een keuze menu waar je een aantal nummers moet doorgeven om kenbaar te maken waar je bent en of je een brug of sluis bediening wil hebben. De bediening is op afstand. De sluis is nog bezig om voor de andere kant te draaien en wij maken de boot vast aan de wachtsteiger.

De sluis van Marknesse gestremd
De sluis van Marknesse gestremd

Al snel merken wij dat de sluisdeuren aan de andere kant niet sluiten. Het bootje wat in de kolk ligt blijkt er al anderhalf uur in te liggen. De sluis is gestremd en een monteur is onderweg om de sluis te komen maken. Rest ons niet anders dan een pauze te nemen. De wachtsteiger grenst aan het industrieterrein van Marknesse. In een zijtak van de Zwolse vaart liggen een aantal oude sleepboten, woonarken, een spits en pleziervaartuigen. Een scheepswerf aan de overkant van de inham heeft een aantal grote loodsen met een grote kraan ervoor. Hier zit ook Arkenbouw Post met een aantal loodsen en voor de loods ligt een grote woonark in aanbouw. We vragen ons af of deze wel door de sluis heen kan of dat deze over land wordt afgeleverd op een dieplader. ’s Middags krijgen we de kans om het te vragen aan een man die op de ark aan het werk is. Hij vertelt ons dat de woonark twee meter diep steekt en over water gaat door Sluis Voorst bij Vollenhove. Ze hebben dan nog 5 centimeter over. Als de sleepboot met de woonark voor de sluis ligt gaan er een aantal mensen op de ark staan om de ark te begeleiden de sluis in. Daarna wordt de woonark naar Weesp aan de Vecht gebracht in omgekeerde richting als wij gevaren hebben.

In woonark in aanbouw met net zoveel onderwater als bovenwater
In woonark in aanbouw met net zoveel onderwater als bovenwater

De monteur, we hebben inmiddels ook anderhalf gewacht, had de sluis bij aankomst snel weer gemaakt. Nadat wij nog 1,2 meter zijn gezakt varen wij de sluis uit en maken vast aan de passantensteiger van ongeveer 50 meter waar we gratis mogen liggen voor maximaal 3 x 24 uur. We hebben hier een rustige steiger tegenover een woonwijk aan de oever bij een parkje. De “beheerder” van de steiger komt vragen of wij het sanitairgebouw nog nodig hebben en raadt ons het plaatselijke Chinese restaurant aan. Hij vertelt dat hij in 1953 vanuit Friesland naar de polder is gekomen. Het was toen een vergaarbak van allerlei dialecten maar tegenwoordig wordt hier het beste Nederlands gesproken vertelt hij want op school mocht er geen dialect worden gebruikt.
We maken een wandeling door Marknesse. Op verschillende plaatsen staan bordjes om je op de jonge historie van het dorp te wijzen. Een beeld van de pionier bij een dijk staat op de markt en duidt op de ontstaansgeschiedenis van deze plaats. Verderop staan nog een paar ‘Oostenrijkse woningen’ die de regering in de naoorlogse jaren heeft aangekocht om de grote woningnood na de oorlog te lenigen. Deze woningen zouden ongeveer 15 tot 25 jaar meegaan maar staan er nog.

Verschillende noodwoning uit Oostenrijk staan er nu nog steeds
Verschillende noodwoning uit Oostenrijk staan er nu nog steeds

’s Avonds volgen wij de raad van de havenbeheerder op en halen ons eten wij het plaatselijke Chinese restaurant. Tijdens het wachten gezellig even een praatje gemaakt met de eigenaresse. Haar man is Vietnamees en zij is Chinees en zij hebben het restaurant nu 12 jaar. Zij geeft altijd kroepoek aan de beheerder van de haven. Vroeger was het haventje heel vies maar nu is schoon.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *