
Vrijdag 4 augustus
Om negen uur liggen we voor de Vlinderbrug te wachten op een opening. De brug wordt op afstand bediend maar ik moet eerst op een meldknop drukken voor wij dat gebeurt. Drie bruggen verder zien wij aan de bakboord oever de passantenhaven van Hoogeveen. Hier staat een gebouw met douche en toilet en langs de kant staan stroompalen en waterlaadpunten.


Ten oosten van Hoogeveen komen we bij een splitsing en varen wij stuurboord uit de Verlengde Hoogeveensche Vaart op. Een drietal bruggen moeten voor ons worden geopend. De doorgangen zijn niet breed. Al snel zien we de Noordscheschutsluis. We dobberen even terwijl de sluis wordt klaargemaakt. We varen als eerste in en na ons volgen nog twee boten. De sluismeester helpt ons om het touw boven op de sluismuur vast te maken. We moeten bijna tegen de deur aan gaan liggen want hij wil ons alle drie schutten. De sluis is 6 meter breed en 40 meter lang. Volgens het ANWB kaartenprogramma wat we gebruiken zou de sluis maar 1,5 meter diep zien. Ik vraag de sluismeester waar deze diepte wordt gemeten. Hij vertelt dat de sluiskolk diep genoeg is maar boven de sluis kolkt er een waterstroom en daar zou het wat minder diep kunnen zijn. Als we ongeveer 1,5 meter omhoog schutten komt het water met geweld van de bakboord zijde de sluis in. De bolfender die ik op de boeg heb hangen wordt flink ingedeukt tussen schip en sluiswand. Als de sluisdeuren opengaan moeten we door de stroom die van links voor de deur langsloopt en langs de wachtende boten sturen.


In het plaatsje Noordscheschut zijn ook passantenligplaatsen met faciliteiten. We varen in oostelijke richting en komen langs Nieuweroord. De vaart is smal en we kijken regelmatig tegen hoge oevers aan. De omgeving is landelijk. Akkerland en weideland wisselen elkaar af. Bij Geesbrug wordt de brug voor ons geheven en besluiten wij aan te meren. Voor de brug staan ook bolders maar zijn er geen faciliteiten. We liggen nu aan een steiger waar we stroom kunnen afnemen en waar een douche en toiletgebouw bij staat met een vuilcontainer. De brugwachter helpt ons en meldt dat de plaatselijke supermarkt een paar weken geleden is gesloten. De winkelwagen van de bakker komt echter tweemaal in de week en toevallig ook vandaag. Hij geeft ons het telefoonnummer van de volgende brugwachter die wij kunnen bellen als wij weer verder gaan. Ik stap met de hond aan wal om een brievenbus te zoeken. Als ik terug kom vertrekt de winkelwagen net weer. Die heb ik gemist. We kunnen het nog wel even uithouden zonder boodschappen te doen. Na het eten maak ik de kast met het serviesgoed schoon. Halverwege de middag komt er een bootje achter ons liggen. Adri helpt ze met aanmeren. Het zijn mensen die we al eerder op onze reis zijn tegengekomen in Emmeloord. Ze komen gezellig een bakkie doen en stellen zich voor als Henk en Wil uit Beverwijk. Ze varen in een aangepaste waterstaatboot en zijn de hele zomer op het water te vinden. We wisselen wat ervaringen uit over het reizen en het onderhoud van de boot.


Op een bordje langs de weg heb ik gezien dat er op 700 meter afstand blauwe bessen te koop zijn. Ik ga er op af in de hoop een paar losse euromunten te scoren voor de stroompaal. Bij het bedrijf aangekomen worden de blauwe bessen, sap en jam aangeboden in een automaat. De automaat geeft wisselgeld maar slikt geen papiergeld. Zo kan ik geen eurootjes scoren. Ik loop het erf op en tref een jongeman aan die aan het straten is. Hij kan gelukkig een biljet van vijf wisselen in drie maal een euro en één stuk van twee euro. Voor twee maal twee euro koop ik een pondje blauwe bessen en met drie euro muntjes kunnen we 3 kW afnemen. Ik gebruik één muntje tijdens het koken.