
Dinsdag 27 juni
Het is bewolkt als wij om negen uur van wal gaan. We varen over het Hegenermar richting Heeg. We vervolgen onze tocht en komen op de Johan Frisokanaal waar we vorig jaar aan een Marrekrite aan een eiland hebben gelegen. Vervolgens komen we op de Jeltesleat, die uitkomt in het Prinses Margrietkanaal waar wij bakboord aanhouden richting Sneek. Na het Sneekmeer werkt de Keersluis bij Therherne als een trechter voor alle scheepsvaart. Een duweenheid gaat langzaam voor ons uit waardoor de pleziervaart heel langzaam kan volgen. Bij een brugpassage hebben we nog even een spannende situatie als de duweenheid in de brugopening zit en een tweede ongeladen beroepsschipper de pleziervaart voorbij loopt en na de brug de duweenheid voorbij gaat. Het is lastig manoeuvreren als je gedwongen langzaam moet varen. Gelukkig is het Prinses Margrietkanaal breed vaarwater. Als je goed rechts aanhoud is er weinig aan de hand. Na de brug varen ook wij de duwboot voorbij en kunnen wij onze eigen snelheid weer aanhouden.
Voorbij Grou begint al snel het Natuurgebied ‘Alde Faenen’ rechts van het Prinses Margrietkanaal. Bij de kruising naar Wartena links en Earnewoude rechtsaf varen we de ‘Lange Sleat’ op richting Earnewoude en Drachten. Rechts strekt het natuurgebied zich uit. Allemaal eilanden die begroeid zijn met biezen en riet. In Friesland hebben ze het over ‘it wiid’ i.p.v. de wieden zoals in Overijssel. Dit gebied is net als de Weerribben-wieden door vervening ontstaan. Het is ook één van de Nationale Parken van Nederland. De Marrekrite steigers in de Lange Sleat liggen helemaal vol, maar we hebben geluk. Een luxe motor vertrekt en wij parkeren onze ‘Super’ meteen op de vrij gekomen plek. Het is een zwart kunststof steiger met een loopbrug door de rietkraag naar de kant. Daar loopt een fietspad van Earnewoude naar het Prinses Margrietkanaal. Met een elektrapontje op zonne-energie kun je dan oversteken naar Wartena. Adri heeft jammer genoeg zijn kruit voor vandaag al verschoten.




Ik ga ’s middags een wandeling maken door het natuurgebied. Met de macrolens op de camera hoop ik een paar mooie opnames te maken van de vlinders en bloemen die ik met het uitlaten van de hond al had gezien. De omstandigheden zijn goed. Het is lekker zonnig. Het wandelpad, genaamd het ‘Kuierpad’ is met een grasmaaier aangemaakt en loopt tussen het hoge riet door. Overal staan bloemen in bloei en vliegen vlinders, bijen en overige insecten rond om te eten van de nectar. Sommige delen van de wandeling voeren door stukken moerasbos en velden met pollen zegge of biezen. Als ik bij een autoweg uitkom ontwaar ik in een weiland bij een huis een paal met een ooievaarsnest. Twee ooievaars staan er pontificaal op. Even verderop zie ik een weiland met een stuk op vijf palen met nesten. Twee ervan zijn duidelijk bewoond. Ik heb te maken met het Ooievaarsstation ‘It Eibertshiem’ van Earnewoude. Ik kan redelijk dichtbij komen om een paar foto’s te nemen.


Ik zie veel verschillende planten onderweg die ik nog niet eerder heb gezien en waar ik de naam niet van weet. Op de zaaddoos van een gele lis zie ik zelfs een vingerdikke rups met lange haren zich te goed doen. De wandeling komt uit in het dorp waar ik nog even de supermarkt inloop om nog wat te kopen voor het avondeten. De winkel is vernieuwd sinds de laatste keer dat wij hier waren. Het assortiment is een stuk groter en meer toegespitst op de toerist. Een hoekje met hengelsport benodigdheden, huishoudelijke artikelen, souvenirs, streekproducten en een koffiecorner. Earnewoude is een watersportcentrum en heeft ook een groot park met recreatiewoningen en camping. Over het fietspad maak ik mijn rondwandeling af. Het is half vijf als ik weer aan boord stap. Adri had met plezier de activiteiten van een herder met bordercollie gadegeslagen vanaf het achterdek. Aan de overkant van de Lange Sleat liep een kudde schapen. De hond had de kudde met veel bedrevenheid naar een ander weiland gebracht. ’s Avonds komen er buienluchten overdrijven.