Dinsdag 27 augustus 2013
Na een goede maar korte nachtrust staan wij om 4.45 uur op. Wij willen gebruik maken van de ebtroom om naar Delfzijl te varen. Tess moet eerst worden uitgelaten en de sleutel moet worden teruggebracht. De boot is kletsnat van de dauw waardoor je niets door de ruiten kunt zien. Met een droge doek nemen wij het dauw af en we zetten de blower aan om de ruiten helemaal droog en doorzichtig te maken. Om 6.15 uur varen wij weg uit Steinbild. Sluis Bollingerfähr draait al vanaf 6.00 uur en brengt ons 1,8 meter omlaag. De zon begint op te komen en we genieten van het ochtendgloren. Mooi strijklicht over de akkers en tegen de oeverbegroeiing.
Tegen 8 uur varen wij uit de laatste sluis en komen op het getijden water. Sluis Herbrun brengt ons op de getijdenrivier van de onder Eems. Het hoogtij was om 6.27 uur. Het is dus al even afgaand tij. Tot 10.56 uur kunnen wij profiteren van de ebstroom naar Delfzijl. Tot Papenburg is het nog 12 km. en vanaf Papenburg is het 41 km. naar Emden. Dan moeten wij nog zo’n 15 km. naar Delfzijl.
Naar Papenburg is de toegestane snelheid 12 km/per uur daarna wordt de maximale snelheid niet aangegeven. We nemen aan dat je dan niet beperkt wordt en maximaal gebruik kunt maken van de stroom. Na Papenburg varen wij gemiddeld 20 km/per uur. Een snelheid die wij niet meer gewend zijn. Het is gelukkig rustig op het water. We halen één beroepsschip in en een zeiljacht. Het water is weer grijs van de slik die meegevoerd wordt. Op de Dollard is heel wat meer verkeer als op de heenreis. Grote zeeschepen, loodsboten en de snelvarende catamaran veerboot “Noorderlicht” naar het eiland Borkum. Alles gaat gelukkig goed er is meer dan voldoende ruimte om elkaar te passeren. Bij de rode ton met het nummer 57 melden wij ons eerst bij verkeerscentrale Emden, maar wij worden gesommeerd ons mond te houden omdat ze bezig zijn met een groot zeeschip.
Daarna roepen wij de verkeerscentrale Delfzijl op en geven onze positie door en ons reisdoel. Wij krijgen door dat er geen bijzonderheden te melden zijn. Voor het grote zeeschip de Dagma van de Wagenborg maatschappij varen wij het ‘zeehavenkanaal’ in naar Delfzijl. In de buitenhaven van Z.V. Neptunus vinden wij om 12.00 uur een plekje om aan te meren. Het is opkomend tij en prachtig weer. Ik pak de riem en ga Tess uitlaten op de zeedijk. Op het strand liggen verschillende mensen te zonnen. Het is heerlijk om weer in Nederland te zijn.