Vrijdag 26 juni 2015

De voorraden moeten weer aangevuld worden en we maken samen schoonschip. Het achterdek onder de tent maak ik nat, waarna ik teak-reiniger aanbreng. Met een scrubpad boen ik met de nerf mee waarna alles met ruim water weer wordt afgespoeld. Het teak ziet er weer als nieuw uit na afloop.

Het is al halverwege de middag als wij klaar zijn. Het is warm en we zetten zoveel mogelijk open voor wat verkoeling. ’s Avonds hebben wij bezoek. We eten met elkaar in een italiaans restaurant vlak bij het Bonapartedok. Dit dok tussen de Schelde en het Willemdok wordt als historische haven gebruikt. De Westhinder ligt er afgemeerd. Een lichtschip dat als twee druppels water lijkt op de Noordhinder uit de historische haven van Hellevoetsluis. Na het eten gaat onze visite weer huiswaarts. Wij laten Tess uit en maken iets mee wat zo uit een boekje van Simon Carmiggelt had kunnen komen.

Op de kade langs het Willemdok zijn aan de zijde van de uitgang van de haven een twintigtal perken afgebakend met lage hekjes. In deze perken zijn wilde bloemen en grassen gezaaid. Het is een fleurig geheel en de honden uit de buurt kunnen er prima worden uitgelaten. Zo ook Tess. Ze snapte meteen wat de bedoeling was. Ze springt over het hekje en doet een plas en soms meer dan dat. Nu had ze alleen een plas gedaan en uit het perk gaat ze nog even zitten om haar zaakje nog even te inspecteren. Komt er een lange slungelige man aanlopen. Hij richt zich tot ons en zegt met een donkere basstem; “ze heeft jeuk aan haar anus” … “Ja, ik ben een dierenvriend”. Hoe moet je daar nu op reageren. Ik kon niet anders uitbrengen dan een beetje lacherig: “Jah..” Toen zijn we maar weer snel doorgelopen. Maar je begrijpt wel dat deze uitdrukking nog wel even onderling gebezigd zal worden.

Avondlicht op het Willemdok, Antwerpen
Avondlicht op het Willemdok, Antwerpen

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *