
Maandag 16 juli 2018
Groot Begijnhof
Vandaag moet het nog warmer worden dan gisteren. We besluiten daarom maar vroeg in de ochtend een wandeling door de stad te gaan maken naar de bezienswaardigheden die we zaterdag hebben gemist. Het Groot Begijnhof is helemaal aan de andere kant van het centrum. We lopen langs het stadhuis en de Pieterskerk en komen op de Oude Markt. Van deze markt wordt gezegd dat het één lange toog is. Alleen maar cafés. Op de markt is een evenement geweest. Een podium staat aan één zijde van het plein en stapels stoelen staan aan de kanten. We lopen zoveel mogelijk aan de schaduwkant van de straten en komen na een kwartiertje lopen aan bij de poort van het Grote Begijnhof. Onderhoudsmensen van de KU (Katholieke Universiteit van Leuven) zijn bij de eerste woning aan het werk. De KU is tegenwoordig eigenaar van het Begijnhof en heeft de woningen gerenoveerd. De huizen worden nu verhuurd aan de professoren, studenten en buitenlandse gasten van de universiteit. Het is op deze maandagochtend in de vakantie erg rustig. De smalle straten zijn verhard met keien. Goed oppassen geblazen want zo hier en daar ligt er wel eens wat los of ongelijk. Midden in het begijnhof staat een oude kerk waar juist een schoonmaakploeg aan het werk is. De kerk is licht met een hoofdorgel op de galerij en een koororgel op de grond. De muren en pilaren zijn helder wit en de ramen hebben helder glas met geometrische patronen. De preekstoel heeft mooi houtsnijwerk en aan de pilaren staan beelden van de apostelen.


Het Groot Begijnhof is gesticht in1232 en tot 1980 bewoond geweest door begijnen. Het is ook erkend als Unesco Werelderfgoed samen met twaalf andere begijnhoven in Vlaanderen. Deze stad in een stad bood onderdak aan weduwen of ongetrouwde vrouwen die zonder de kloostergeloften af te leggen kozen voor een onafhankelijk, godsdienstig leven binnen de hof.
Een van de pastoors van dit Begijnhof, in 1490, was Adriaan Florensz Boeyens van Utrecht, geestelijk raadsman van de jonge Keizer Karel V en vooral bekend als de latere paus Adrianus VI. De enige paus uit Nederland die we al eerder op onze reis zijn tegengekomen in Goedereede.


We doorkruisen de tien straten van het begijnhof en moeten constateren dat de KU een prima klus heeft geleverd met het restaureren van de gebouwen. Alles is met oog voor het detail gedaan. We zien een enkele auto op straat, maar ik vermoed dat er normaal gesproken geen auto’s zijn toegestaan. Buiten het hof merken we goed dat het warmer is geworden. Over het Dijlewolvenpad nemen we een groene sluiproute naar het centrum. De begroeiing heeft veel te lijden van de droogte maar de bomen geven wat schaduw. Op het terras van een Italiaans Restaurant bestellen we koffie. De hond wordt weer als eerste bediend. Een emmertje water en even later een bordje met twee reepjes uitgebakken spek. Met een jaloerse blik slaat Adri het gade. Wij nemen genoegen met een bakkie. Tess wordt uitgebreid geknuffeld. Als we even later de straat doorlopen met allemaal Italiaanse restaurants wordt ons nageroepen door een ‘Italiaanse mamma’; “moet jullie hond dan niet een beetje water!?”. Dat krijg je ervan als je met je dikke jas aan en met je tong buitenboord door een warme straat loopt.

Universiteitsbibliotheek
We zien verder nog de universiteitsbibliotheek met zijn hoge toren. De Sint-Michielskerk met zijn barokke voorgevel in de bouwsteigers. Op de terugweg lopen ze langs het centraal station van Leuven. Op het Martelarenplein voor het station staat het Vredesmonument ter herinnering aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Vanaf het station lopen we weer richting de boot. Daarbij komen we nog langs de kerk van de Koptische Christenen. Het meent ongeveer een kwartier in beslag. Morgen hopen we een uitstapje te maken met de trein.



Op de boot hang ik snel de lakens weer aan de tent voor een beetje schaduw. ’s Middags loopt de temperatuur op tot veertig graden op het achterdek. We gooien de airco aan in de achterhut en houden na de lunch een siësta.