
Vrijdag 19 juli 2019
Van Lelystad naar Genemuiden
Volgens de route hebben we een afstand van 48 kilometer te overbruggen van Lelystad naar Genemuiden. We rekenen er op dat we tussen de vier a vijf uur onderweg zijn. Vandaag is er weinig wind. Het water is rustig als wij om negen uur de jachthaven vanlaten. Na een half uur varen passeren wij de Maximacentrale van Lelystad. Een grote zeilcharter loopt op ons in maar moet bij de Ketelbrug wachten op een brugbediening. Wij kunnen hier makkelijk onderdoor.

Op het Ketelmeer staat wat meer golf. We varen naar de doorgang tussen het IJsseloog en Schokkerhaven. We ronden de pier bij de Schokkerhaven en varen het Ramsdiep op. Bij Ramspolbrug zien we de bijzondere stormvloedkering voor de brug liggen. Elk jaar wordt deze Balgstuw getest op de eerste dinsdag van September. Een enkele keer wordt deze waterkering ingezet bij hoge waterstanden. De waterkering kan worden opgeblazen met lucht en water om het hoge water te keren.

Achter de brug wordt het water weer breder en gaat het over in het Zwartemeer. Hier drijven hele plukken wier aan de oppervlakte. Wij gaan stuurboord uit het Zwarte Water op en bij Genemuiden op de rechteroever varen wij de haven in. Op de kade achter de veerboot is een stuk kade vrij maar er staat een stuk lage reling wat we niet zo handig vinden voor de hond. We varen door de keersluis en kunnen helemaal achterin de haven aanmeren aan een stuk steiger wat een mooie hoogte heeft voor ons om van de boot te stappen.

IJsseloog
Dit kunstmatig eiland in het Ketelmeer dankt zijn naam aan de ligging voor de monding van de IJssel en aan de vorm, rond als een oog, waardoor het contactoppervlak met de omgeving zo klein mogelijk is. Het heeft tot doel verontreinigd slib uit de bodem van het meer te bergen. In 1996 is men begonnen met de bouw van dit depot en het is in 1999 voltooid. Het oog is een kilometer in doorsnede en 45 meter diep. Eerst is er een ondoordringbare laag klei in gestort. Het waterniveau in het depot wordt op een lager niveau gehouden als het Ketelmeer. Daardoor kan er alleen water vanuit het Ketelmeer in en geen vervuild water uit het depot lekken. Er is een haven aangelegd om slib en baggerspecie per schip aan te kunnen voeren. Inmiddels is het Ketelmeer gesaneerd en het verontreinigd slib opgeslagen in het oog. Daarna is de allersmerigste slib uit Nederlandse vaarten, oude havens, vieze grachten en stinkende kanalen in het depot gestort. Vanaf 2019 gaat Rijkswaterstaat vervuilde bagger uit de Averijhaven bij Ijmuiden overbrengen naar IJsseloog.
Naar het schijnt is de natuur op en rond deze ‘afvalput’ van Nederland prachtig. De otter komt er voor en je hebt beverburchten aan de randen van het eiland. Vossen en reeën hebben er hun plek gevonden en heel veel vogelsoorten waaronder de vis- en zeearend. Je zou verwachten dat het depot zelf een poel des doods zou zijn maar het wemelt er echter van de vis en paling.