Woensdag 29 juni
We gaan vandaag opnieuw door Leeuwarden. We vertrekken om negen uur omdat de zeven bruggen in Leeuwarden wel wat oponthoud kunnen geven. Bij de eerste brug betalen we € 7,- voor de doorgang. Het uitgaande verkeer krijgt voorrang. Via de Noorderbrug komen we weer in de Prinsentuin waar ook nu weer heel wat boten liggen aangemeerd. Een aantal boten ligt al bij de brug voor de ‘Oldehove’ te wachten en wij sluiten aan bij dit konvooi de stad uit. De bediening van de bruggen is niet zo vlot als in Sneek. Door de straffe wind drijf je makkelijk af en blijf je corrigeren om in formatie voor de brug te blijven liggen. Een vrachtboot uit Gouda vaart ons konvooi voorbij en vaart op snelheid naar de Slauerhoffbrug die vlak voor zijn boeg wordt geheven. Een zeilboot met hoge mast laat ons voorgaan achter de beroeps aan op de Harlingervaart. Onder Leeuwarden varen we nu naar het westen op het Harinxmakanaal. Het waait hard en het is bewolkt. De bruggen zijn hier ruim 5 meter en hoeven voor ons niet te worden geopend. We komen langs de kerktoren met uivormige spits van Deinum. Bij Franeker is er een brug gesloopt en vervangen door een noodbrug. Deze wordt om het half uur geopend op gezette tijden. Het is kwart voor één en de brug draait pas om half twee. We maken vast en ik maak van de gelegenheid gebruik om Tess even uit te laten in het gras kantje. Ik ben net weer aan boord of het licht van de noodbrug verspringt van dubbel rood naar enkel rood. Dat betekent dat hij weer gaat draaien. Het is tien over één en een beroeps ligt aan de andere kant te draaien. We maken snel los en kunnen nadat de beroepsboot is gepasseerd door de brug. We varen Franeker in en maken vast aan een stukje kade. De ligplaatsen bevinden zich allemaal in een zijvaartje van het Harinxmakanaal. Aan beide zijden van de vaart zijn ligplaatsen met goede bolders.
We sluiten de boot af om in de stad een patatje te gaan eten voor de lunch. We lopen naar de Martinikerk in het centrum en speuren het plein voor de kerk af naar een snackbar. Aan het einde van een winkelstraat hebben we succes. Een flink portie friet met majo om twee uur ’s middags gaat er goed in. We krijgen er een beker softijs bij cadeau.
We komen op de stadswal aan de noordzijde van de stad. Langs de gracht zijn aan beide zijden steigers gemaakt met stroom en water op de kant. Het ziet er allemaal gloednieuw uit maar er liggen weinig bootjes in de gracht aangemeerd. Grote boten kunnen hier niet komen. Boten die de ‘Kleiroute’ kunnen varen kunnen hier komen. Vanwege de vaste bruggen op de route is de maximale hoogte 2.5 meter.
Aan de andere kant van de stad staan twee hoge torens die het terrein van de KNKB afbakenen. Op het grasveld wordt een demonstratie gegeven van de kaatssport. Een oude tak van sport in Franeker. Twee teams van drie personen spelen tegen elkaar. Een klein kogelhard balletje moet worden gekaatst met vlakke hand of met gehandschoende hand. De regels en puntentelling werd ons niet helemaal duidelijk.

In het centrum van de stad zijn we door de tuin van Museum Martena gelopen. Het museum is gevestigd in een Middeleeuws stadskasteel en besteedt veel aandacht aan de tijd dat Franeker een universiteitsstad was. Het prachtige stadhuis van Franeker was open voor bezichtiging. Net als het Korendragershuisje gratis te bezichtigen. Bij een eerder bezoek aan de stad zijn we in het Eise Eisinga Planetarium geweest. We slaan het deze reis over.

